Deze kaneelbroodjes vinden hun oorsprong in Zweden, waar ze kanelbulle worden genoemd en tijdens de koffiepauze worden gegeten. Een Zweed eet gemiddeld 316 broodjes per jaar, ze moeten dus wel lekker zijn!
Wat heb je nodig;
Doe de bloem, zout en vanillesuiker in een kom en voeg hieraan het melkmengsel toe. Kneed in de keukenmachine tot een samenhangend deeg. Kneed totdat zich een bal vorm en laat deze 45 minuten rijzen. Hak de noten fijn. Roer de basterdsuiker en kaneel door de zachte boter. Bestuif je werkblad met bloem en maak hierop een rechthoek van ongeveer 35x35 cm en ca 1 cm dikte. Bestrijk het deeg met de kaneelboter. Bestrooi met de noten en rozijnen. Rol de deegplak op, druk het midden goed samen en snijd in gelijke stukken van ongeveer 2 - 3m dikte. Bekleed een springvorm met bakpapier. Leg een deegrol in het midden en de rest eromheen. Laat weer 45 minuten afgedekt rijzen. Bak de kaneelbroodjes in 25 minuten af in een voorverwarmden oven van 190C. Meng de poedersuiker met het sap van 1 citroen en bestrijk hiermee de broodjes voordat ze zijn afgekoeld.
0 Comments
Xmas cake met dronken granaatappelpitjes
Makkelijk te maken deze heerlijk rijke cake. Je kunt je eigen fantasie gebruiken. Ik gebruikte gedroogde cranberries, krenten, en witte en donkere rozijnen. Maar denk ook eens aan gedroogde abrikozen of vijgen of walnoten in plaats van amandelen. Wat heb je nodig 475 gedroogd fruit 150 ml cognac 125 gram amandelen, bruin of wit maakt niet uit 200 gram boter op kamertemperatuur 200 gram bruine basterdsuiker 125 gram sinaasappelmarmelade 350 gram bloem 4 eieren 1 1/2 theelpel bakpoeder 1 eetlepel speculaaskruiden 1 theelepel gemberpoeder 1/4 theelepel zout 1 granaatappel Hoe maak je het Vet een tulband in met zonnebloemolie, vergeet de binnenkant niet en bestrooi licht met bloem of een beetje paneermeel. Laat het gedroogde fruit met de helft van de cognac in circa 3 uur wellen. Giet over de amandelen kokend water en laat dit even staan. Zo worden de amandelen wat zachter. Droog ze daarna af in een theedoek. Meng boter, suiker en zout in een kom en klop dit met een mixer of keukenmachine romig. Voeg dan de marmelade toe. Klop een voor een de eieren erdoor. Spatel dan de bloem met de speculaaskruiden, gemberpoeder en bakpoeder door het beslag. Spatel dan het gedroogde fruit en de noten door het beslag. Gaar de tulband in 1 1/2 tot 2 uur in een oven van 160C. Kijk na 1 1/4 uur of de tulband aan de bovenkant niet te donker wordt, dek dan eventueel af met een stukje aluminiumfolie. Haal de granaatappel leeg en wel de pitjes in de rest van de cognac. Als de tulband gaar is, check dit even met een mes die je in het midden steekt, haal hem dan uit de oven. Laat een paar minuten afkoelen en stort hem. Zet daarna de tulband er weer overheen zodat al het vocht in de cake blijft. Als de tulband is afgekoeld bestrijk je hem met het restant van de cognac en bestrooi met de dronken granaatappelpitjes. Bestrijk naar smaak met nog meer cognac. Voor een feestelijke presentatie bestrooi met wat poedersuiker. Vaak worden deze tulband geserveerd met een witte icing gemaakt van poedersuiker waar een paar druppels water aan toegevoegd zijn. Persoonlijk vind ik dat te zoet. Je kunt ook dronken sinaasappelpartjes maken, blauwe bessen of ander vers fruit. Deze aubergineschotel at ik voor het eerst in het Rome, dat ik bezocht met mijn dochter. Zodra etenstijd zich aandient ga ik op zoek naar een authentiek restaurantje wat nog niet ontdekt is door grote hordes toeristen die met hun eisen niet alleen invloed hebben op authentieke smaken maar misschien nog wel meer op de beleving. Het regende en in kleine duistere straatjes vonden we een klein restaurantje.Tafels waren bedekt met roodwit geruite kleedjes en we werden verwelkomd alsof we vrienden waren die uitgenodigd waren voor het diner. We kregen een van de laatste tafeltjes en wat het eten ons ook zou brengen, het was al heerlijk om in die ruimte te zitten. Toen er een mandje met vers zuurdesembrood werd gebracht, wist ik dat we het meer dan hadden getroffen. Rome is een prachtige stad, maar op een of andere manier blijft het eten mij altijd meer bij, het was in dit restaurantje waar ik voor het eerst parmegiano melanzane, een aubergine schotel met kaas en tomatensaus, at. En het hete ovenschaaltje leeg schraapte. Je zou denken dat de naam Parmigiano verwijst naar de Parmezaanse kaas, niets is minder waar. Op Sicilië betekent parmisciana, horizontale latjes en verwijst naar het dakpansgewijs neerleggen van de plakken aubergine. Er zijn versies van dit gerecht uit Sicilië, Napels en Puglia. Je kunt de tomatensaus ook zelf maken of eerst een knoflook en ui fruiten en een beetje basilicum toevoegen. Er zijn zelfs recepten met mortadella en in plaats van aubergines kun je ook courgettes gebruiken. Ik geef de voorkeur aan deze vegetarische variant. Laat hem een dagje staan, dan wordt deze ovenschotel nog lekkerder. Voor de foto heb ik de aubergines heel gelaten, een leuke manier om dit gerecht te serveren als bijgerecht bij bijvoorbeeld bij Saltimbocca.
Neem voor 4 personen vier aubergines. Snijd deze over de lengte in dunne plakken en bestrooi ze met zout. Laat ze een halfuurtje liggen zodat het wat bittere vocht eruit trekt, dep ze dan met wat keukenpapier droog. Bak de plakken in een koekenpan in wat olijfolie aan beide zijden bruin. Neem een ovenschaal en bedek de bodem met een heel klein beetje tomatensaus. Bedek de bodem met plakken aubergine. Verdeel dan de helft van de mozzarella en een derde van de parmezaanse kaas over de aubergineplakken. Leg hierop weer een laag aubergineplakken en dek weer af met mozzarella en Parmezaanse kaas. Bouw als je nog plakken aubergine over hebt nog een laagje. Eindig met geraspte Parmezaanse kaas. Verdeel nu de tomatensaus over de ovenschotel zodat de plakken een beetje onder staan. Klop een ei los en giet er over heen. Leg er een paar klontjes boter op en plaats in een voorverwarmde oven van 200C. Na 50 minuten is de aubergineschotel klaar. Venkelsalade met parmezaanse kaas en walnoten
Een lekkere salade is net als een geslaagde dag. Het heeft niet veel nodig. Deze salade at ik ooit in de mooiste Italiaanse dorpjes in Cinque Terre. Ik was er voor de tweede keer, die keer samen met mijn vriendin en onze dochters. Na een heerlijke dag zaten we met vijf vrouwen in een klein vol restaurantje waar foto’s aan de wand hingen uit andere tijden. Op deze foto’s stampten de jongemannen van het dorp de druivenoogst tot moes voor wijn, dat deden ze in hun blootje, tot grote hilariteit van de jonge dames. Een goede dag bestaat net als deze heerlijke salade maar uit een paar ingrediënten. Voor een heerlijke venkelsalade. Ik heb geen hoeveelheden erbij gezet, vind dat zelf een beetje uit en experimenteer lekker met de hoeveelheden. Wat heb je nodig: 1-2 venkelknollen Beetje parmezaanse kaas Citroensap Handvol walnoten Hoe maak je het. Was de venkel, snijd het hart eruit. Snij de venkel door de helft en daarna in zo dun mogelijke plakken. Lukt dat je niet, pak dan een kaasschaaf of rasp waarmee je dun kunt snijden. Haal de venkel uit elkaar en leg op een bord, besprenkel met citroensap. Breek de walnoten in wat kleinere stukken en strooi uit over de venkel. Raps er tenslotte wat Parmezaanse kaas over. Doe dit met een dunschiller of ook weer met een kaasschaaf zodat je wat dikkere stukken krijgt in plaats van de poederachtige kaasrasp wanner je de kaas raps met een gewone kaasrasp. Muhamarra
Nieuwe smaken prikkelen niet alleen onze zintuigen, maar ook onze fantasie en nieuwsgierigheid. Onlangs nam ik een bakje Muhamarra mee van de groothandel. Ik moet erbij zeggen dat het was afgeprijsd, anders had ik misschien nog steeds geen Muhamarra geproefd. Ik kende het niet en ik had net een ciabatta gebakken en smeerde er een flinke klodder van de onbekende rode dip op. En werkelijk, ik had zelden zoiets lekkers geproefd. Naarmate de middag vorderde werd de ciabatta steeds korter en de pot leger. Waaruit bleek dat ook de gezinsleden af en toe langs liepen en zich tegoed deden aan een stukje brood met dip. Toen het bakje tegen de avond leeg was toch maar eens gekeken wat het nou zo lekker maakte. Het was een ongewone combinatie aan ingrediënten, waar ik zelf nooit opgekomen zou zijn. Muhamarra komt oorspronkelijk uit Syrië, uit de stad Aleppo. Zet het eens op een feestje neer naast de standaard blokjes kaas. En dat brengt een andere plek op de wereld waar een hoop ellende is een beetje dichterbij. En misschien is dat wel datgene wat eten, koken en proeven zo leuk maakt. Iets wat ergens anders vandaan komt leren waarderen en onderdeel te maken van je eigen leefwereld. Maak het, het is heerlijk en ook nog eens zo klaar! Wat heb je nodig: 3 rode paprika’s 1 knoflookteentje 1 theelepel chilivlokken of 1 chilipeper 1 theelepel granaatappelsiroop 1 theelepel gemalen komijn 2 theelepels olijfolie sap van een halve citroen 50 gram walnoten Zout en peper Zo maakte ik het: Halveer de paprika’s en rooster ze onder een grill met de bolle kanten naar boven totdat ze zwart zijn. Haal ze uit de oven en doe, dek af met plasticfolie en laat ze afkoelen. Snipper de knoflook. Ontvel de paprika’s en haal de zaadlijsten eruit. Doe de paprika’s, samen met de granaatappelsiroop, knoflook, chilivlokken, komijn, olijfolie, citroensap en walnoten in een keukenmachine en maal alles fijn. Breng op smaak met zout en een klein beetje peper. Soms kan een toevallige ontmoeting zaken in je leven veranderen. In dit geval mijn idee van een lekkere appeltaart. Ik stond eens op een beurs een hotel te promoten en raakte in gesprek met een man en vrouw van middelbare leeftijd. Hoe we er zo kwamen weet ik niet meer, maar plots ging ons gesprek over appeltaarten. ‘Mijn vrouw bakt de lekkerste appeltaarten ter wereld’, verkondigde de man trots. De vrouw in kwestie knikte enthousiast. ‘Maar dat komt allemaal door het geheime ingrediënt’. Als iemand het heeft over geheimen dan wordt mijn nieuwsgierigheid direct geprikkeld. Maar hoe ik ook vroeg, het geheime ingrediënt bleef geheim.
Totdat, maanden later, het stel op een dag in het hotel langskwam met, onder een theedoek verstopt, eigengemaakte appeltaart mét het geheime ingrediënt. Schoteltjes werden tevoorschijn gehaald, koffie gezet, ik haalde de kok tevoorschijn en daar startte de appeltaart proeverij. Als we het ingrediënt raadden, dan mochten we het recept gebruiken. Afwachtend volgde het stel elke hap die in onze monden verdween, het kauwen, de stilte die daarop volgde. Zouden we het raden? Na een paar happen, proefden we een vleugje amandelspijs. We hadden het geheime ingrediënt onthult. De toevoeging van een klein beetje amandelspijs aan het gangbare recept voor appeltaart smaakte zo lekker dat we in het hotel jarenlang verse appeltaarten hebben gemaakt volgens dit recept. Het was weer een paar jaar later dat de man langs kwam. Hij was aan het rijden door de provincie en dacht -ik ga eens bij dat hotel langs-. Hij was alleen. Ik ging bij hem zitten, we haalden de oude herinnering over de appeltaart op, spraken over zijn vrouw. En eindelijk kon ik hem laten zien waar onze ontmoeting toe had geleid en hem een stukje ‘lekkerste-appeltaart-ter-wereld’ voorzette. Trots en opgemonterd trok hij even later weer de wijde wereld in. Ik bak nog steeds de-lekkerste-appeltaart-ter-wereld met het geheime ingrediënt. Het is najaar, de bomen laten hun appels los en je ziet ze in stalletjes langs de weg. Elk jaar denk ik weer aan de vrouw die binnen kwam wandelen met haar lekkerste-appeltaart-ter-wereld, aan de spontane actie, de gulheid en de lol. Ze moest eens weten hoe vaak ze nog in mijn gedachten was, alleen maar door een gesprekje met iemand die je niet kent, een appeltaart laten proeven en een recept weg te geven. Recept voor de lekkerste appeltaart ter wereld Wat heb je nodig? Dit is voor een vorm van ongeveer 14 centimeter. Heb je een grotere vorm, maak dan een dubbel recept. Dan zit je in ieder geval niet te knoeien met te weinig deeg. Voor de bodem 250 gram bloem 150 gram zachte boter 2 theelepels bakpoeder 125 gram suiker 50 gram Amandelspijs Voor de vulling: Voldoende appels om een lekker dikke vulling te maken Rozijnen (zo veel als je lekker vindt) 1 eetlepel kaneel Suiker (naar smaak. Ik probeer steeds minder suiker te gebruiken.) Zo maak je het: Maak het deeg door alles door elkaar te kneden. Zet even weg in de koelkast. Verwarm de oven voor op 160C. Schil de appels, ontdoe ze van het klokhuis en snijd ze in stukjes. Vermeng de appels met rozijnen, suiker en kaneel. Vet de bakvorm in. Rol het deeg uit en bekleed hiermee de bakvorm, ook de randen. Verkruimel de amandelspijs over het deeg. Doe de appelvulling in de taartvorm. Bak de taart in 1 uur en 15 minuten goudbruin. Laat afkoelen en haal uit de taartvorm. Heerlijk met slagroom. Maar probeer ook eens deze zoute karamelsaus. Voor de karamelsaus 100 gram suiker Zout 2 dl. slagroom Zo maak je het: Doe de suiker in een klein pannetje en voeg een eetlepel water toe. Breng aan de kook. De kunst is nu om niet te roeren en de suiker tot goudbruin te smelten. Voeg dan de slagroom toe en blijf roeren totdat je een egale saus hebt. Voeg zout naar smaak toe. Deze toffeesaus is ook heerlijk bij gegrild vlees. Als er een gerecht is wat me doet denken aan vakantie, zomer en leuke strandtentjes aan zee, dan zijn het wel calamares. In Andalusië kom je op tapas- en menukaarten calamares tegen, chipirones of puntillitas. Naar mijn idee verschilt er onderling niet zo veel, is de basis inktvis of pijlinktvisjes, varieert de grootte iets en het gedeelte van de inktvis dat gebruikt wordt. De smaak is naar mijn idee nagenoeg hetzelfde.
En zo toog ik op een heerlijke nazomerdag naar de markt en kocht er een kilo pijlinktvis. Wat heb je nodig: 1 kilo pijlinktivs Melk Half bloem half maismeel/semola Zonnebloemolie om in te frituren Citroensap Zout Zo maak je het: Maak de pijlinktvissen schoon door het binnenste eruit te halen. Voel ook even in de punt van de inktvis, hier kun je wat vet tegenkomen, haal dat er ook uit. Bewaar de tentakels en snijd deze in tapas-formaat hapjes. Snijd de inktvis in ringen. Spoel alles af met water, doe in een bakje en vul met melk. Laat het een paar uur in de koelkast staan. Meng in een bakje gelijke hoeveelheden bloem met maismeel. Dep de inktvis nu goed droog. Verwarm een pan met zonnebloemolie. Je kunt testen of de olie heet genoeg is door er een stukje brood in te gooien, deze moet in 10 seconden knapperig en goudbruin zijn. Haal de inktvisstukjes door de bloem en frituur deze aan beide kanten in de pan. Schep eruit en laat uitlekken op keukenpapier. Bestrooi met zout en besprenkel met een beetje citroensap. Serveer direct. Cheesecake
Onlangs was ik op rondreis in Zuid-Spanje en het viel me op dat tussen de traditionele Spaanse desserts als flan, crema catalana en arroz con leche ook herhaaldelijk een cheesecake op het menu stond. Zo kwam het dat ik me afvroeg hoe die cheesecake nou eigenlijk helemaal in Spanje terecht kwam. Want komt een cheesecake niet van origine uit New York? Dat had ik helemaal mis. De cheesecake, laten we hem maar zo noemen, want bij een kaastaart denk ik aan gebakken hartige taarten en bij een kwarktaart aan de koude variant. De cheesecake heeft een hele andere reis achter de rug en is ouder dan onze jaartelling. De eerste varianten werden op het Griekse eiland Somos gemaakt. Het schijn dat Olympische atleten al in 776 voor onze jaartelling zich al tegoed deden aan dit heerlijke taartje om hun sportprestaties te verbeteren. Daarna namen de Romeinen niet alleen het land en de macht over, ze namen ook het Griekse cheesecake recept onder hun hoede dat tot dusver had bestaan uit kaas, honing en bloem. De Romeinen voegden er eieren aan toe en zo waaierde het recept uit over Europa en in elk land vond wel een aanpassing plaats.Het was in de 18e eeuw dat de cheesecake samen met de immigranten de oversteek maakte naar De Verenigde Staten. In Amerika was creamcheese een bestaand ingrediënt en deze werd toegevoegd aan het recept. In 1900 was het gerecht te vinden in verschillende restaurants. Maar het was Arnold Reuben, een in Duitsland geboren Amerikaan die uitgenodigd werd voor een diner waar de gastvrouw cheesecake serveerde. Hij was zo verrukt over het dessert dat hij ging experimenteren en uiteindelijk de New York style cheesecake introduceerde die een cake-achtige bodem heeft en met fruit geserveerd wordt. Ik heb een gewone cheesecake gemaakt. De cheesecake is niet een gewone cake, in de zin van cake, maar meer een taart met custardvulling waardoor je met lagere baktemperaturen werkt. Ook moet je de taart niet te veel luchtig kloppen omdat je dan kans hebt dat deze na het bakken inzakt. Wat heb je nodig voor een heerlijke smeuïge cheesecake: Een springvorm van ongeveer 20 centimeter 10 minuten voor het maken van de taart En een nachtje geduld Voor de bodem: 175 koekjes, ik gebruikte bastognekoeken 90 gram gesmolten boter Voor de vulling: 600 gram zachte kaas (monchou, ricotta, philadelphia) 140 gram suiker 1 eetlepel bloem 1 theelepel vanillesuiker Beetje zout Rasp van 1 citroen, 1 eetlepel citroensap 2 grote eieren en 1 eigeel 150 gram zure room Zo maak je het: Verwarm een heteluchtoven voor op 160C. Doe bakpapier in de vom. Smelt de boter. Maal de koekjes in een keukenmachine fijn of doe ze in een theedoek en druk ze fijn met een deegroller. Meng de boter door de koekjes en druk het mengsel op de bodem van de vorm. Bak de vorm 10 minuten in de oven. Draai voor de vulling de kaas in een keukenmachine twee minuten zacht. Gebruik hiervoor de laagste stand. Voeg de suiker toe. De bloem, beetje zout, citroenrasp, citroensap en vanillesuiker. Meng nog steeds op de laagste stand een voor een de eieren erdoor en vervolgens de zure room. Klop om te mengen. Als alles goed gemengd is kun je stoppen. Stort het mengsel in de vorm. Bak 10 minuten op 160C. Zet de oven daarna op 90C en bak nog 45 minuten. Laat de taart 2 uur afkoelen in de oven met de deur open. Verwondering en ook blijdschap overvallen me wanneer ik groente uit eigen tuin oogst. Ook al zijn de formaten ongelijk, haal ik wonderlijke vormen uit de grond naar boven en zitten er vlekken op. Toch is iets van een klein zaadje met water en aandacht uitgegroeid tot iets wat eetbaar is en waar je je creativiteit op los kan laten. Het loof van de bieten verwerkte ik tot een gemengde salade met veldsla en geitenkaas. Ook kun je deze kort roerbakken als spinazie. Van de bieten maakte ik soep. Wat heb je nodig: 5 ongelijkmatige bietjes 3 tenen knoflook met schil 5 takjes tijm 1 gesnipperd uitje beetje komijn scheutje balsamico azijn zout en peper Hoe maak je het: Schil de bieten en kook ze in ongeveer drie kwartier gaar. Doe een scheutje olijfolie in een andere pan en bak hierin de knoflook en de ui in circa 10 minuten glazig. Rits de blaadjes van de tijm boven de pan van de takjes. Snijd de gare bieten in stukken en voeg toe. Voeg het kookwater van de bieten toe. Laat het geheel circa 10 minuten sudderen. Pureer de bieten. Voeg eventueel water toe als de soep te dik is. Breng op smaak met een scheutje balsamico, een mespuntje komijn en peper en zout. |
AuteurEten, schrijven en onderweg zijn. Synoniemen voor ontdekken, verbinden en creativiteit. Archieven
April 2020
Categorieën |