Af en toe had ik hem al gesignaleerd op een menukaart, maar nog nooit geproefd, de red-velvetcake.
Het was onze 19-jarige trouwdag, die we overigens nooit vieren omdat we we niet meer geloven in de belofte een heel leven samen te zijn wat overigens tot nog toe wonderwel goed lukt en zeker het bakken van mijn eerste fluweelrode taart. Ik had het idee dat een red-velvet cake van rode bieten werd gemaakt maar ik kwam toch erg veel recepten tegen met de ongezonde rode kleurstof. Ik wilde juist een beetje een gezonde red-velvetcake maken. Jammergenoeg mislukte mijn eerste versie door ongeduld te mengen met een te grote en verkeerde vorm voor de hoeveelheid beslag. Tijdens mijn te vroege stortpoging kwam de helft van de cake er in gedeeltes uit en de andere helft bleef aan de bodem plakken. Van schrik stopte ik wat eruit viel snel terug waardoor het in nog meer kruimels uiteen viel. Teleurgesteld keek ik naar de berg bruine red-velvetkruimels gemaakt en hoopte niet dat het een teken zijn voor ons huwelijk voor de komende 19 jaar. De smaak was heerlijk en de kleur verre van rood. De tweede poging werd een succes. De taart is heerlijk en als je een taart met weinig tot geen suiker wilt eten, dan komt deze zeker in aanmerking. Alleen de kleur, rood is ook bij de tweede poging niet geworden. Wat heb je nodig:
Hoe maak je het: Verwarm de oven voor op 180º C. Doe de gekookte rode bieten, met de bananen en eieren in een keukenmachine en pureer tot een gladde puree. Doe in een kom de amandelmeel, haverzemelen, bakpoeder, cacaopoeder en meng goed doorelkaar. Meng het rodebietenmengsel aan het bloemmengsel toe en voeg koffie en honing toe. Doe het beslag in een goed ingevette taartvorm, het mengsel rijst verder niet, dus je mag dit best tot de rand toe afvullen en gaar in 45 minuten in de oven. Check of de cake gaar is voordat je het uit de oven haalt. Maak ondertussen de topping door de monchou, citroensap, boter en poedersuiker in een keukenmachine te mengen. Wanneer de taart is afgekoeld kun je deze halveren, smeer de onderste helft in met de helft van de topping. Zet de bovenste laag op de onderste laag en bestrijk deze ook met de topping.
0 Comments
Deze kaneelbroodjes vinden hun oorsprong in Zweden, waar ze kanelbulle worden genoemd en tijdens de koffiepauze worden gegeten. Een Zweed eet gemiddeld 316 broodjes per jaar, ze moeten dus wel lekker zijn!
Wat heb je nodig;
Doe de bloem, zout en vanillesuiker in een kom en voeg hieraan het melkmengsel toe. Kneed in de keukenmachine tot een samenhangend deeg. Kneed totdat zich een bal vorm en laat deze 45 minuten rijzen. Hak de noten fijn. Roer de basterdsuiker en kaneel door de zachte boter. Bestuif je werkblad met bloem en maak hierop een rechthoek van ongeveer 35x35 cm en ca 1 cm dikte. Bestrijk het deeg met de kaneelboter. Bestrooi met de noten en rozijnen. Rol de deegplak op, druk het midden goed samen en snijd in gelijke stukken van ongeveer 2 - 3m dikte. Bekleed een springvorm met bakpapier. Leg een deegrol in het midden en de rest eromheen. Laat weer 45 minuten afgedekt rijzen. Bak de kaneelbroodjes in 25 minuten af in een voorverwarmden oven van 190C. Meng de poedersuiker met het sap van 1 citroen en bestrijk hiermee de broodjes voordat ze zijn afgekoeld. |
AuteurEten, schrijven en onderweg zijn. Synoniemen voor ontdekken, verbinden en creativiteit. Archieven
April 2020
Categorieën |