Deze kaneelbroodjes vinden hun oorsprong in Zweden, waar ze kanelbulle worden genoemd en tijdens de koffiepauze worden gegeten. Een Zweed eet gemiddeld 316 broodjes per jaar, ze moeten dus wel lekker zijn!
Wat heb je nodig;
Doe de bloem, zout en vanillesuiker in een kom en voeg hieraan het melkmengsel toe. Kneed in de keukenmachine tot een samenhangend deeg. Kneed totdat zich een bal vorm en laat deze 45 minuten rijzen. Hak de noten fijn. Roer de basterdsuiker en kaneel door de zachte boter. Bestuif je werkblad met bloem en maak hierop een rechthoek van ongeveer 35x35 cm en ca 1 cm dikte. Bestrijk het deeg met de kaneelboter. Bestrooi met de noten en rozijnen. Rol de deegplak op, druk het midden goed samen en snijd in gelijke stukken van ongeveer 2 - 3m dikte. Bekleed een springvorm met bakpapier. Leg een deegrol in het midden en de rest eromheen. Laat weer 45 minuten afgedekt rijzen. Bak de kaneelbroodjes in 25 minuten af in een voorverwarmden oven van 190C. Meng de poedersuiker met het sap van 1 citroen en bestrijk hiermee de broodjes voordat ze zijn afgekoeld.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
AuteurEten, schrijven en onderweg zijn. Synoniemen voor ontdekken, verbinden en creativiteit. Archieven
April 2020
Categorieën |