Wat eten we vandaag? Een eenvoudige vraag die bij ons thuis dagelijks voorbij komt maar steeds moeilijker te beantwoorden is.
Wat is het geval. Wat de een lust, eet de ander niet. Koken zou eigenlijk een ontspannend moment aan het einde van de dag moeten zijn waar je vooral plezier in hebt. Bij mij is koken zou uitgegroeid tot een onbevredigende huishoudelijke activiteit. En dat wil ik veranderen. Ik dacht dat ik mijn kinderen qua smaak goed opgevoed had, zo aten ze mosselen toen ze een jaar of drie waren, aten op feestjes de schaaltjes met olijven leeg en lieten zich haring en buitenlandse gerechten goed smaken. Lustten ze iets niet dan was het eerstvolgende moment waarop ze hun magen weer konden vullen bij het ontbijt. Ze gingen naar school met fruit en soms een koekje, frisdrank en chips in het weekend, we dekten altijd de tafel en samen eten was een gezellig moment aan het einde van de dag. Ik had nooit gedacht dat ik een moeder zou worden die voor de dagelijkse maaltijd zes pannen op het fornuis zou hebben staan, een gerecht voor de een maakte, een ander gerecht voor de ander en in zulke hoeveelheden dat ze er twee dagen van konden eten. Het was wel zo. Zoon- en dochterlief hebben inmiddels de puberende leeftijd bereikt, eten het liefst bij Mac Donalds of frikandelbroodjes van de Jumbo. Ik moet bekennen dat ik ook zeker mijn steentje bijdraag aan de rebus van ons dagelijkse menu. Ik eet het liefst geen vlees en zoveel mogelijk groente en koken mag vooral niet te veel tijd kosten. Ik was het dus zat. Toen ik een paar avonden geleden de boontjes op tafel zette, naast een pan met pasta, de pastasaus, een slavink en pannetje wokgroenten, was ik er klaar mee. ‘Weten jullie dat koken voor jullie echt niks meer aan is?’ 'Hoezo niet?’, was het tegelijk.‘ 'Jullie lusten niks meer.’ ‘Dat is niet waar.’ ‘Nou,noemen jullie ieder eens zeven gerechten die de ander ook lust.’ ‘Ehm, boontjes en burrito’s,’ zei zoonlief. ‘Dat lust je zus niet.’ ‘O ja en rode kool met aardappels.’ ‘Gatver, rode kool.’ ‘Nou, noem jij eens zeven gerechten op.’ ‘Pasta, lasagne, krieltjes, noedels,’ zei ze waarna ze haar ogen naar de lamp boven de tafel richtte. Het was even stil. ‘En zalm.’ ‘Krieltjes zijn niet echt een gerecht, daar moet je dan nog vlees en groente bij verzinnen,’ kwam het commentaar gelijktijdig uit twee monden. Dochterlief kwam in totaal op vijf gerechten die zoonlief niet lustte. Zoonlief op twee, die de dochter niet konden bekoren. We zijn aangekomen bij een dilemma, geen enkele avondmaaltijd verloopt naar tevredenheid van iedereen. Ze grinnikten. Ook in hun ogen was het wat magerjtjes. ‘Ik heb het volgende bedacht,’ zei ik. Ik ga de komende weken vijftig nieuwe gerechten koken, zoek er ieder maar vijfentwintig uit . De bedoeling is dat we dan in ieder geval een lijstje met veertien dingen vinden die we allemaal lusten. Als jullie vier dagen achterelkaar hetzelfde lekker vinden, dan maak ik een lekker dessert.’ ‘Ga jij toch niet doen.’ 'Dat zullen jullie nog wel eens zien, dacht ik. Misschien wel een laatste opvoedkundige poging deze pubers bij te brengen hoe te eten. Ik hoop dat ik het volhoud en het plezier in het koken van een dagelijkse maaltijd terugvind, die ook nog eens een beetje gezond en snel klaar is. Ik moest er even om glimlachen. We zullen zien.
1 Comment
|
AuteurEten, schrijven en onderweg zijn. Synoniemen voor ontdekken, verbinden en creativiteit. Archieven
April 2020
Categorieën |
|