Taakjes volbracht: ik werk inmiddels aan heel veel projecten, mijn boek, een groententuin, het verven van een deur
Workout: gewandeld, gespit in de tuin Wijn geproefd: nee Vis halen op de markt, plastic flappen hangen tussen de verkopers en de klanten, de klanten staan in rijen met kratten ertussen en je kunt niet meer even op en neer lopen om de vis te zien. De nieuwe situatie is wennen, maar het went. Ik kocht dorades van 400 à 500 gram per stuk. En daarna liepen dochter en ik weer terug naar de auto. Ik dans wat om de mensen heen als ik ze tegenkom, zoveel mogelijk proberen de anderhalve meter in achting proberen te nemen. We lopen op de stoep, twee tegemoetkomende mensen. We gaan elkaar passeren op een stoep, die ook nog vol fietsen staan. Ik druk me tegen de gevel van een huis, de dochter was druk in een verhaal en gaat op het laatst aan de kant. Het zijn oudere mensen, een man en een vrouw, en behoorlijk in omvang. Dan hoor ik opeens keihard: domme dozen.’ ‘Hebben ze dat nou tegen ons’, vraag ik aan de dochter. ‘Ja, had je dat niet door mam.’ ‘Nou zeg,’ zeg ik gechoqueerd. We lopen zwijgend naar de auto. Gaan we dan naar zo’n samenleving toe? Gaan we elkaar uitschelden en terechtwijzen? Snel weer naar huis, waar we in onze eigen cocon heerlijk bezig zijn met leuke gerechten, een groentetuin en allerhande klussen en we nergens aan hoeven te denken alleen maar te genieten van de stilte, het mooie weer en alle dingen die we wel kunnen doen. En ben je een dag lekker bezig geweest, maak dan deze zachte heerlijke vis. Makkelijk en ook snel klaar. Maak er gelijk aardappeltjes uit de oven bij en bijvoorbeeld venkel uit de oven. Dan ben je zo klaar. Dorade in zoutkorst Dorade, zeebaars, kabeljauw 2 kilo zeezout 3 eieren 1 el venkelzaad 1 bos peterselie fijngesneden 5 knoflooktenen fijngesneden Meng al het zout met de eieren en venkelzaad. Meng goed zodat het een klein beetje smeuïg is, voeg anders een klein beetje water toe. Vul de vis met de knoflook en peterselie. Leg in een ovenschaal een dun laagje zout. Leg daarop de vis of vissen. Dek goed af met het zout. Stop het visje lekker in. Verwarm de oven voor op 200°C. Gaar de vis in 20 minuten. Breek dan de zoutkorst van de vis af en dien deze op. Tips: Zet 5 minuten van tevoren een schaal met krielaardappeltje met knoflook en rozemarijn in de oven. En een schaal met dun gesneden venkel en je maaltijd is compleet.
1 Comment
Taakjes volbracht:
aan mijn boek over Andalusië gewerkt en dat is toch wel vreemd nu we niet mogen reizen Workout: wandelingen en 7 minutes (eindelijk) Minder tevreden met: misschien had ik meer willen doen. Nog meer? Wijn geproefd: nee Vandaag realiseerde ik me opeens dat ik iemand was geworden die ik nooit heb willen zijn. Vroeger had je Hyves en mensen vertelden daarop wat ze hadden gegeten, ik vond het vreselijk oninteressant en ik wilde nooit iemand worden die zoiets meldde als: 'ik heb vandaag hutspot gegeten.' Dus opeens ben ik dus wel diegene die opschrijft wat er op het menu stond. Dus laat ik even in het midden wat ik vandaag gemaakt he. Hierbij een verhaaltje over bagels die ik eerder maakte. Ondertussen denk ik nog even na hoe ik voorkom dat ik definitief de theemuts word die ik nooit heb willen worden. Misschien is het ook wel inherent aan het leven dat we nu leiden, in en rond het huis, dingen die nooit belangrijk leken nemen toe in waarde. Lekker eten dus, ik worstel dan nog even met het huisvrouw-imago, maar misschien ben ik dat ook wel gewoon. Maak bagels op een dag dat je vindt dat je wat extra’s verdient, warm uit de oven zijn ze heerlijk, met een beetje roomboter en oude kaas. Of traditioneel met roomkaas en gerookte zalm. Maar bewaar ze niet, de volgende dag is het kauwen een hele klus. Weet jij wanneer je voor de eerste keer een bagel at? Voor mij is dat alweer vijfendertig jaar geleden, ik werkte in de keuken van een kinderkamp in de Verenigde Staten. Bagels, buns, blue cheese dressing, 1001 Island dressing, chocoladecake. Er kwam van alles voorbij wat ik niet kende, en een ervan was dit ronde broodje met een gat erin, van origine afkomstig uit de Joodse keuken. Weer thuis kocht ik een Joods kookboekje en kookte en bakte mijn eerste bagels. Het was waarschijnlijk geen succes, want het recept heb ik nooit meer gemaakt. Nu tijd in een ruimere jas zit,er weinig ruis is in het leven en ik steeds dieper afdaal naar de dingen die ik werkelijk leuk vind, tref ik daar een eureka moment om bagels te gaan bakken. Ik dacht dat het broodje uit de Verenigde Staten kwam, dat is waar. Echter de bagel komt van oorsprong l uit Polen, en arriveerde samen met de Oost-Europese immigranten arriveerde in de beginjaren van de vorige eeuw in de Verenigde Staten. Het is al in de jaren vijftig van de vorige eeuw dat het broodje wat populairder wordt. Joden verspreiden zich wat meer over de stad New York en breiden hun culinaire horizon uit en gaan hun eigen culinaire tradities met de rest van de stad delen. Een tijdschrift publiceerde een recept van de bageles zoals ze toen nog werden genoemd en suggereerde dat bagels een heerlijk ontbijt zouden zijn met roomkaas, dat op dat moment ook nog vrij nieuw was en gerookte zalm. De bakkers in het Joodse gedeelte van de stad waren op zondag open en zo vonden bagels en andere Joodse broden hun weg naar de New Yorkers . De bagel werd de ontbijttegenhanger van het Amerikaanse zondagochtend ontbijt wat bestond uit bacon, eieren en toast. De bagel was een kanootje voor de Poolse Koning Jan Sobieski die Oostenrijk redde van een Turkse aanval. Een bakker maakte als dank een rond broodje voor de Koning in de vorm van een stijgbeugel omdat de Koningen een paardrijder was. Bagels symboliseren door hun vorm ook de levenscyclus, zweren het kwade af en zijn brengers van geluk. Ze werden gegeten bij een besnijdenis, begrafenis of bevalling. Vrouwen kregen na hun bevalling een ‘Beygel’ en moeders gebruikten het als tandenring voor oudere babies. En de bagels werden aan een stok geregen, vandaar het gat. Het gat zorgt ervoor dat je in ieder geval een hap minder eet in deze Corona tijd. Ik raad je aan om de bagels dezelfde dag te eten, anders wordt het eten van de bagel een soort van touwtrekkende bezigheid.. 500 gram bloem 10 gram zout 7 gram gedroogde gist (1 zakje) 20 gram suiker 1 el honing 250 ml lauw water Los het gist op in het lauwwarme water met de honing en de suiker. Laat even tien minuten staan totdat de gist begint te borrelen. Doe de bloem en het zout in een deegmachine, voeg het gistmengsel toe en kneed ongeveer vijf minuten. Het deeg is goed als het van de kom loslaat en elastisch is. Laat het 45 minuten rijzen. Maak er dan ronde bolletjes, steek er met je vinger een gat in en laat ze nog een keer een uur rijzen. Zet een pan met water op en breng aan de kook. Verwarm de oven voor op 200°C. Laat de bagels in het kokende water glijden en kook ze 2-3 minuten, draai ondertussen een keer om. Leg de bagels daarna op een bakplaat en bak ze in 20 minuten in de oven goudbruin. Taakjes volbracht: aan het hek geschilderd, onkruid, zaadjes gezaaid, planten water gegeven,
Workout: een wandelingetje met de honden en een heel liedje op de trampo Minder tevreden met: niks Wijn geproefd: ja, wat weet ik niet meer ’12.11, nog steeds geen recept Waarom?’, las ik vanochtend op mijn telefoon. De dag startte veelbelovend. De lucht blauw als een tafellaken met slechts af en toe een spoortje wit. We hebben het te danken aan onder meer minder vliegverkeer, de lente, en vast nog een aantal factoren die ik niet weet. In de krant wordt gepraat over de economie, de zonnepanelen maken gigantische hoeveelheden stroom en ik trok met zaadjes de tuin in. Moestuinbakken werden ingezaaid, een laurier gepoot, toen waren de rabarberplanten aan de beurt. Ik kom terecht in een stuk verwaarloosd tuin, hier ligt openhaardhout opgeslagen, groeit de bramenstruik door overmatig stikstof in de lucht rijkelijk, staat onkruid alweer dertig centimeter hoog en groeien er allerhande wilde boompjes. Hier zou ik een moestuintje kunnen maken en een kas neer zetten en zo begin ik fanatiek met opruimen. Ondertussen dromend over een nieuwe versie van mezelf die tomaten aan het plukken is, basilicum blaadjes afscheurt voor de Caprese en voor een salade nog even de tuin inloopt. Ik stel mijn plan voor aan manlief als hij komt kijken wat ik allemaal aan het doen ben. ‘Die kas gaat wel lukken, maar die groentetuin niet. Daar komt de houtopslag,’ reageert hij. ‘We hebben toch genoeg hout. Groente is toch leuker? En dan kan ik alvast een beetje oefenen voor een groentetuin in Spanje, ’ probeer ik. ‘Misschien blijft er een klein stukje over.’ Ik houd mijn mond maar even over de pizza-oven en het buitenaanrecht. Deze tijd van stilstand en stilte laten je ergens in jezelf te landen. Nu plannen maken niet meer over de buitenwereld gaan, spitst het plannen maken zich toe op alles wat wel mogelijk is. De tuin, schilderen, iets aan het huis doen, een taal leren, leren wijnproeven en ik wil leren serviezen maken. Met al die activiteiten was ik de hele dag druk bezig geweest en had te weinig nagedacht over “het gerecht van de dag”. Wat vaststond was dat de garnalen, die eigenlijk voor de sushi waren waar ook al niks van terecht gekomen is, op moesten. Het leek me leuk een curry te maken uit een echt Indiaas kookboek van kook-en reisschrijver Rick Stein. Ik maakte een currypasta, scharrelde alle kruiden bij elkaar, haalde nog even snel yoghurt en toen stond er in het recept dat ik een halve liter water moest toevoegen. Het leek me wat veel. Ik twijfelde, deed iets minder, en opeens had ik een garnalensoep in plaats van een curry. Ik probeerde het gerecht nog te redden door het in te koken, maar ook na tien minuten was er nog steeds heel veel vloeistof. Het zag er nog steeds uit als soep. Ik was teleurgesteld in mezelf, waarom denk ik dat Rick Stein het beter weet? Het geeft maar weer aan dat je je eigen gevoel moet volgen. Recepten kloppen vaak niet, vooral als ze zijn vertaald. De curry ga ik nog perfectioneren en houd je van mij te goed. Als je weinig tijd hebt, nog even wat klusjes wilt doen en niet te veel met het eten bezig wilt zijn, maak dan deze gebraden kip. Ik maakte deze kip voor het eerst in Spanje, plukte een paar citroenen uit de tuin, een paar blaadjes laurier, stopte wat knoflook onder de huid van de kip, wreef hem in met paprika en zout. Sneed een paar uien in partjes, een aubergine die ik eerst even met zout bestrooide om het vocht uit te laten trekken, paprika en een paar aardappelen. Alles in een ovenschaal en stoofde dit op 180°C totdat de kip en de aardappelen gaar zijn. Toen was het een noodgreep, nu wordt hier in huis nog vaak om de citroenkip gevraagd. Zo ontstaan de beste recepten. De rabarberplanten staan nog steeds niet in de grond. Kip met citroen uit de oven 1 kip 4 tenen knoflook 2 citroenen in partjes 2 laurierblaadjes zout paprikapoeder aubergine in plakjes paprika in stukjes 2 uien geschild en in partjes Taakjes volbracht: geen. Ik heb niks gedaan waar ik me goed doorvoel.
Workout: wandelingetje, Sally up en trampo (oke 2x1 minuut) Wijn geproefd: ja Als er een land verstand heeft van troostvoer dan zijn het volgens mij de Italianen, hun eten is heerlijk. Ook troostrijk en met weinig ingrediënten kunnen ze toveren. Vanochtend stond ik op met een beetje last van Corona-moeheid. Wat zou ik vandaag nou weer eens gaan doen? Tot nog toe heb ik me prima vermaakt, ik draag mezelf klussen op die ik al tijden uitstelde, ruim kasten op, was ramen (ben op de helft), verf het tuinhek en heb zaadjes gekocht voor in de moestuinbakken. Ik probeer beter te worden in fotograferen, mijn schrijfskills aan te scherpen en zingeving te vinden in creativiteit. Dat lukte aardig, tot vanochtend. Ik zit met een kopje koffie uit het raam te staren, denk nergens aan en doordat ik nergens aan denk dient zich ook geen enkel idee aan. Dan komt dochterlief de kamer in gelopen. ’Mam, we zouden weg, ben je het vergeten?’ Wat zit je hier nog?’ Ze is gedoucht en al. ’Nee’, zeg ik snel, veer op en sta even later weer omgekleed beneden. We zouden naar de stofmarkt in de stad. Dochterlief gaat de opleiding Mode en Kleding volgen. Met de zee aan aanstaande tijd en de opgedroogde festiviteiten voor zestienjarigen, leek het haar leuk alvast een voorschot op de toekomst te nemen en die we een eigen t-shirt te gaan naaien. Dus heeft ze stof nodig en een stofschaar voor linkshandigen. Ik weet het, het is niet de eerste levensbehoefte en discutabel om hier je huis voor te verlaten in deze tijd, maar het was even wat anders. We komen in een van de grootste stoffenzaken van Groningen terecht, een tafel bij de deur met desinfecterende vloeistof. We desinfecteren onze handen, lezen het nieuwe huisreglement door waarin staat dat je enkel en alleen de zaak in mag. We gaan naar binnen, ik scan de zaak, een medewerker bij de ingang, een medewerker achter de kassa met een klant, tien meter daartussen gok ik. Dan nog iemand achterin. Zeker vijftien meter. Dus anderhalve meter gaat ons lukken, dacht ik monter. Ik had niet op de winkel-gestapo gerekend die opeens uit het niets tevoorschijn kwam ‘Heeft u onze voorwaarden niet gelezen?’ ‘Jawel’, stamel ik. ‘Kunt u niet lezen? U mag niet met zijn tweeën de winkel in.’ ‘Ja ik kan lezen, maar mijn dochter heeft nog nooit genaaid en zoekt een stof..’, probeer ik uit te leggen. ‘Een van twee’, zegt de man onverbiddelijk. Salueerde hij nou of was dat mijn fantasie? ‘Ga jij maar’, zeg ik en duw dochterlief de winkel in. ‘Ik wacht hier wel’, ik zoek een plekje bij de deur waarbij ik anderhalve meter van de ingang sta. ‘Wat heb ik gezegd? Eén!. U gaat nu naar buiten!.’ ‘Prima’, zeg ik, ik kijk nog even naar dochter die ik verdwaasd tussen de stoffen rond zie scharrelen. Het was haar eerste keer in een stoffenzaak. Eenmaal buiten op afstand zie ik het hele gebeuren anders. Daar ben ik iemand die opnieuw door de deur zou kunnen gaan. Dus stap ik weer de winkel in, nu als een andere klant die een stofschaar voor linkshandigen wil kopen. De gestapo-chef nog steeds bij de ingang en heeft een andere zienswijze. ‘Wat had ik u gezegd? Alleen. U luistert niet.’ ‘Ik ben nu toch alleen, mijn dochter is nu een andere klant. Ik wil graag een stofschaar kopen.Ik ga die kant op, naar de scharen.' Er zijn inclusief dochter drie klanten in de winkel, op een enorm groot oppervlak. ‘Ik word gek van u’, gilt de man. ‘U luistert niet.’ ‘Ik ben nu toch een andere klant’, sputter ik nog tegen. ‘U maakt me helemaal gek. U luistert niet', gilt de man, zijn ogen rollen in hun kassen en hij begint met zijn armen op zich te slaan. Ik wil het op mijn geweten hebben dat ik het medische systeem onnodig belast en geen vertrouwen heb ik in de geestelijke gezondheid van deze man loop ik naar de deur. ‘Oké, oké, ik ga al’, dan sta ik buiten. Dan komt er een vrouw, ze desinfecteert haar handen niet, gaat naar binnen en mag blijven. Ook de moeder met baby mogen naar binnen. Mijn dochter komt verdwaasd naar buiten. Wist niet wat te nemen. We gaan naar de markt, houden anderhalve meter afstand zover als dat gaat, kopen een stofschaar voor linkshandigen. ‘Begint ze net met naaien?’, vraagt de man van de fournituren. ‘Ja’, zegt ze trots. ‘Wil je een kadootje? Mag je uitzoeken.’ Zo komen we in een hele andere wereld terecht, waar de regels ook gelden maar die omarmend en een stuk vriendelijker is. We vinden ook nog stof en kopen ook nog plantjes voor in de tuin. Voor heerlijke voedende, boterzachte en troostrijke risotto 1 gesnipperde ui wijn olijfolie risotto groente- of kippenbouillon boter parmezaanse kaas geraspt een hele courgette in kleine stukjes gesneden Fruit de ui zachtjes in wat olijfolie, ongeveer 5 minuten. Doe er dan de risotto bij, roer goed door zodat aan elk korreltje olijfolie zit. Blus af met een flinke scheut witte wijn. Voeg dan een flinke scheut bouillon toe, voeg na tien minuten de courgette toe. Roer steeds door, laat zachtjes pruttelen en blijf scheuten bouillon toevoegen net zo lang totdat deze steeds opgenomen wordt door de risotto. De risotto mag nog een heel klein beetje beetgaar van binnen zijn. Voeg op het laatst de parmezaanse kaas en boter toe. Roer goed door en serveer direct. De gestapo man raak ik ’s avonds pas kwijt, na een hoeveelheid troostrijke, zachte, warme, omarmende risotto. De risotto komt uit Lombardije, een rondkorrelige rijstsoort die rond 1400 door monniken in de Povlakte werd geïntroduceerd. In die tijd was het gebied in handen van de Spanjaarden, zij voegden de laatste stap aan het gerecht de mantecura (boter). De smeuïgheid. Misschien is dat ook wel de manier hoe we met de regels om moeten gaan. Taakjes volbracht:
2 tafels in de olie gezet én alle bonnetjes opgeruimd Workout: een wandelingetje en een halve minuut op de trampo Minder tevreden met: heel tevreden met een relaxdag Wijn geproefd: ja, een Sauvignon Blanc uit Slovenië Hoe maak je van een mislukking een gelukking? Dat vraag ik me af, ik moet nog een stukje schrijven en de dag is bijna voorbij. Wat ik wel weet dat ooit toen iets fout is gegaan het idee is ontstaan om wat aardbeien of banaan in een glas te doen met met geklopte room en daarop stukjes meringue. Het is 1930, op Eton College zijn de jaarlijkse cricketwedstrijden, na afloop is er een grote picnic. Je bent toeschouwer en hebt een heerlijke Pavlova meegenomen. Het was in de tijd dat je naast elkaar mocht zitten en ook nog je huisdier mee mocht nemen, een lieve Labrador. De labrador nestelt zich op de Pavlova en krakkerdekrak het hele dessert verkruimeld tot een rotzooitje. De Eton Mess is geboren. Helaas was er toen ook al fakenieuws, dit verhaal schijnt niet te kloppen maar te leuk om niet op te schrijven. Ik had na het maken van de advocaat eiwitten over en besloot er meringues van te maken: 8 eiwitten een mespuntje zout en 350 gram suiker Ik klop het met de mixer of keukenmachine en dat gaat altijd goed. Ooit heb ik een versie gemaakt met honing zonder suiker, dat gaat niet lukken, je krijgt een rubberachtig gedrocht, waar nergens, zelfs niet aan de onderkant een stukje te bekennen is dat ook maar een beetje bros is. Ik had twaalf behoorlijke meringues die ik met een lepel op de bakplaat legde en in 1 uur en 15 minuten gaarde op 125°C, het eerste kwartier op 140°C. Ik dacht dacht nog: leuk voor onze pubergezinsleden die soms als een sprinkhanenplaag alles verslinden wat eetbaar is en ze voor de voeten komt. Het verhaal van de Eton Mess komt van Koning Henri VI die het Eton College voor jongens vlakbij Windsor oprichtte en nog steeds geeêrd wordt tijdens het jaarlijkse cricket event. Ik maakte, omdat ik van gisteren nog advocaat had, en slagroom in huis én meringues kon maken van lefrovers, deze paasversie van Eton Mess. Onderin de glaasjes een laagje advocaat, daarop slagroom, de verkruimelde meringues en een paar blauwe bessen. Goddelijk, heerlijk, romig, bros en zacht. De toetjes vonden gretig aftrek bij de pubers in huis. Zij reageerden met 'Och, kan er mee door.' ‘Jongens, waarom eten jullie die meringues niet?’, vroeg ik toen een uur nadat ze uit de oven waren de meringues nog steeds onaangeroerd op het aanrecht stonden. ‘Deze zijn zacht van binnen.’ ‘Dat hoort zo.’ ‘Wij houden van bros.’ Toen begon mijn zoektocht naar meringues, had ik wel gelijk? Het was ze gelukt, ze hadden me aan het twijfelen gebracht. Moeten meringues wel zacht van binnen zijn? Ik weet dat er drie soorten zijn. Mijn pubers houden van de Franse variant, bros van binnen. De Parijse bakkers zetten als laatste op een avond de meringues in de oven waar ze tot de volgende dag op lage temperatuur helemaal bros worden. De Italianen gebruiken een suikerstroop om schuim te maken en de Zwitsers kloppen de meringue au-bain-marie. Een Pavlova hoort zacht van binnen te zijn en bros van buiten. Dee Zwitserse bakker Casparine begon in 1720 met het maken van merengue door eiwitten met suiker luchtig te kloppen. Het gebeurde in het stadje Mahringen in Hertogdam Saksen Coburg. De meringues van deze bakker zwierven de wereld rond en gaven mede hun naam aan een dessert in Engeland. Het geeft maar weer aan hoe leuk reizen is, dat we dat altijd hebben gedaan en vooral moeten blijven doen. Het echte recept gaat is als volgt: 3 eiwitten mespuntje zout 150 gram suiker 100 gram poedersuiker Klop de eiwitten met het zout stijf. Doe er dan beetje voor beetje de suiker door en klop totdat de suiker is opgelost. Je proeft dan geen korreltjes meer. Vouw er dan de poedersuiker doorheen, luchtig met weinig bewegingen. De volgende dag lagen de meringues nog onaangeroerd op het aanrecht. Ik brak er een doormidden. Iets meer opgedroogd, dat wel. Onaangeraakt hebben ze de hele dag naast een schaal met chocolade eitjes gelegen die leger en leger werd. Taakjes volbracht:
279 lelies van het tuinhek goudkleurig geschilderd en 8 eieren 24 paaseieren gevonden Workout: enkel een wandelingetje met de honden en 4 minuten trampolinespringen Minder tevreden met: de wijn, het paasontbijt, het paasdessert Wijn geproefd: ja Advocaatje ging op reis... Het is tien uur ’s avonds, ik moet dit recept nog schrijven, ik heb geen zin. Maar ik wil niet in de eerste week al breken met mijn voornemen elke dag een recept te publiceren in Coronatijd. Wat moet er anders van me terecht komen in deze tijd? Vandaag heb ik advocaat gemaakt en misschien heb ik er wel iets teveel van gegeten. Miisschien is het ook wel goed voor mijn knie. Na de vastentijd waren er eieren in overvloed, deze mochten namelijk tijdens het vasten niet gegeten worden. Ik weet niet van wie niet en vraag me dan ook af wie deze maatregel opgeheven heeft. De oudste eieren werden beschilderd. En de anderen belandden bijvoorbeeld in advocaat. Advocaat heeft familie over de wereld, zoals het Russische Mogol en het Jiddische Gogle-Mogle. Advocaat is ook verwant aan de Duitse eierpunch en de Engelse eggnog. En het lijkt ook wel wat op het Venulaanse Ponche Créma, ik dronk of at dat ooit op Curacao, het is op basis van rum en ik associeer het altijd nog met de Carriben. Daar ergens lijkt advocaat vandaan te komen. Zeevaarders dronken een drankje op basis van avocado’s en rum. Terug in Nederland probeerden ze dat na te maken. Er waren geen avocado’s voorhanden, dus maar iets proberen met eieren en dat werd onze advocaat. Of is advocaat het drankje van de advocaten genuttigd valk voor hun slotpleidooi om de keel te smeren? Het is in iedergeval makkelijk en snel zelf te maken. Heerlijk zacht. Ik heb er misschien iets teveel van gegeten vandaag, vandaar dat de inspiratie voor het blogje niet zo wil vlotten en ik het verder vandaag voor gezien houd. 250 gram basterdsuiker 8 of 9 eidooiers 250 ml inmaakbrandewijn 1 vanillestokje of 1 el vanillesuiker Roer de suiker en de eidooiers door elkaar in een kom. Voeg de brandewijn toe. Zet een met water op het vuur en breng die aan de kook, zet daarin de kom met de eiermassa. Zorg ervoor dat de kom het water niet raakt. Verhit de massa al roerende totdat de massa lobbig wordt. Stop zodra een temperatuur van 62°C bereikt is. Zet de kom dan in een bak met koud water en koel gelijk terug. Laat afkoelen in de koelkast. Heb je toch kleine stukjes eigeel in je advocaat, doe alles dan door een zeef. Taakjes volbracht waar ik me goed over voel:
het tuinhek geverfd, boodschappen gedaan en voor het eerst van mijn leven een uitkering aangevraagd in het kader van TOZO. Over die laatste twee voelde ik me eigenlijk wat minder goed. Workout: te weinig. Enkel een strompelende wandeling met de honden, van al dat gewandel heb ik last van mijn knie gekregen Minder tevreden met: 2 of meer glazen gedronken wijn, maar de wijn dan wel weer geproefd met een proefformulier 'Wij zetten voortaan uw handtekening’, zei de pakjesbezorger toen ik de deur opende nadat de bel was gegaan. Hij stond ver weg, zeker op twee meter afstand. Ik moet er nog aan wennen. ‘Prima, hadden jullie al veel eerder moeten doen’, zei ik. Hij zette mijn handtekening of was het de zijne, wat maakt het ook uit, op het apparaat. Toen keek hij naar het tuinhek, het pakketje in zijn handen. Hij wilde het er aan hangen denk ik. We mochten elkaar niet aanraken in ieder geval, en op de grond leggen was ook zo wat. ‘Ik kan het zeker niet op dit hek leggen, dat is pas geverfd.’ ‘Kan wel hoor, is gisteren al geverfd en ook al droog’, zei ik trots omdat hij zag dat het net geverfd was. Maar de jongne keek al niet meer naar het hek, hij had een beter idee zag ik, want over zijn gezicht trok een vluchtige lach, zonder dat er iets was gebeurd. Mijn kinderen gooien wel eens dingen op een andere manier. Ik dankte de jongen, ik weet niet precies waarvoor, was het voor het goede gooien? En wenste hem een fijne dag. ‘Dat gaat mij wel lukken’, zei hij en liep lachend en zingend weg, alsof hij net had bedacht dat hij vandaag alle pakketjes ging gooien. De postbezorger heeft met deze Corona-perikelen eindelijk een excuus om de pakketjes te gooien. Doordat de oude wereld wegvalt merk ik dat ik voor mezelf een nieuwe probeer te creëren. Nieuwe dingen probeer te vinden. Je gaat dingen doen die je plezier geven. Nu alle ruis weg is, ga ik zomaar een blog schrijven terwijl ik daar voorheen allerlei mitsen en maren tegen had. ’s Avonds zit ik foto’s te bewerken, stukjes te schrijven en gek genoeg vind ik het allemaal nog leuk ook. Alsof Corona de boel overal een beetje opschoont en ons leert ons zelf vooral niet te serieus te nemen. Dus gooi ik net als de postbezorger dit gerechtje, tekstje en fotootje de ether in, het zal niet perfect zijn. Maar vang het op. Ik ga net als de pakketbezorger door met pakketjes gooien. En ik heb er in ieder geval plezier in en het doet me goed in deze vreemde tijd dingen te creëren. Ik hoop dat het jou ook een beetje goed doet, en hoop je met een leuk verhaal je uit te nodige ook iets te gaan maken. Nu heb je de tijd en het is zo leuk om dingen te doen die je nog nooit eerder hebt gedaan of meer tijd te nemen voor de dingen die je doet. Of doe het eens anders, de pakketjes niet neerleggen, maar speels gooien. We zouden vandaag gaan barbecuen. Ik wilde shaslick gaan maken vooral omdat ik in de supermarkt altijd met een grote boog om deze kant-en-klare spiesen heen liep en ik het nog nooit gemaakt had. Daar moest toch iets beters van te maken zijn? Shaslick of sjasliek komt niet van de Balkan, zoals ik dacht, Een paar jaar geleden was ik op vakantie in Kroatië, een weg met restaurants als een guirlande. Ze deden allemaal hetzelfde, gerechten bereiden op houtskoolvuur. En ze hadden allemaal grote brede mannen voor de deur, met kale hoofden, ruige baarden, brede armen en tatoeages die je toeriepen en naar binnen wilden lokken. Ik weet of dat synoniem staat voor grote stukken vlees. Wij werden er niet door aangetrokken en reden door. Nu mijn eigen shaslick gemaakt. Of het lekker was? We dachten nog wat over te houden voor de volgende dag, en dat is niet gelukt. Shaslick komt uit Rusland, uit de Kaukasus. De Kozakken regen schapenvlees en groente aan een sabel en roosterden dat boven houtvuur. Voor heerlijke shaslicks Marinade: ca, 600 gram mix van varkenshaas en lamsfilet 1 geraspte ui 3 el olijfolie sap van 1 uitgeperste citroen, mag ook wijn zijn of witte wijnazijn 1 teentje knoflook fijngesneden 1 tl oregano 1 tl gemalen koriander ½ el paprikapoeder schilletjes van chilipeper 1 tl zout zwarte peper ½ tl cayenne peper paprika in stukjes rozemarijn voor op het vuur uien in partjes bacon of gerookte ontbijtspek blaadjes salie of selderij Meng alle ingrediënten voor de marinade, snijd het vlees in stukjes en laat het minimaal 2 uur in de marinade marineren. Maak de spiesjes door de paprika, uit, vlees, ontbijtspek en blaadjes salie op een spiesje te rijgen. Als je houten exemplaren gebruikt, week ze dan even van tevoren in water zodat ze niet splinteren. Bak de spiesjes gaar en knapperig op houtskool vuur. Gooi takjes rozemarijn op het vuur voor een nog lekkerder smaak. wijn: Mantel Blanco Sauvignon 2017, Rueda Spanje Tonen citrus, diepgeel, filmend, citrus en specerijen. De wijn houdt goed stand bij de shaslick, gepofte aardappel en gegrilde aubergine.
Ik moet eerlijk toegeven, vandaag hebben wij gebroken met een traditie. Als het winter is, de dagen grijs, de temperatuur fris dan kaasfonduen wij bijna altijd op vrijdag. Het is makkelijk , een leuke manier om aan het weekend te beginnen en misschien reizen we met dit gerecht weer terug naar de Franse Alpen. Het is alweer jaren geleden dat we er op wintersport waren. We hadden een eind gewandeld. De lucht ijzig blauw, daaronder de witte wereld, meer kleuren waren er niet. We belandden met onze kinderen in een houten berghut boven op een berg en aten er de lekkerste kaasfondue ooit. Vandaag is het mooi weer. De vogels fluiten overal alsof zij juist meer ruimte hebben gekregen, terwijl wij minder hebben. De bomen schieten in hun frisgroene jassen. De lente is gearriveerd. Volgens onze gezinsgewoonten zou het geen kaasfondue dag zijn, te mooi weer én lente, maar op dit moment is niets zoals het zou moeten zijn. We hadden gisteren unaniem besloten dat het goed voor ons zou zijn om vandaag toch een kaasfondue maaltijd te houden. Alsof je jezelf deze dagen een beetje extra mag verwennen met een troostvoer, wat extra gemak, nog een glaasje wijn. Ik probeer in deze Corona-dagen elke dag iets te doen waar ik me voldaan over voel. Vandaag waren het drie dingen, mijn streven is twee. De kaasfondue komt oorspronkelijk ook uit de Alpen, al in 1699 waren er de eerste recepten die het hebben over ‘Käse met Wein zu kochen’. Boeren uit de Zwitserse Alpen kookten wijn met knoflook en kruiden om hun restjes te verwerken als er geen vers eten was. De wijn kwam in een pan terecht -de caquelon- die werd ingewreven met knoflook, wijn in werd gegoten en de kaas in gesmolten. We zijn ruim driehonderd jaar verder en het gebied van de kaasfondue is er niet zoveel veranderd. Zo maken wij het ook. De kaasfonduepan inwrijven met knoflook, 2 knoflooktenen erin, een flinke scheut wijn erin. Een pakje kant-en-klare kaasfondue en aanvullen met geraspte Emmentaler en Gruyère. Je kunt kaasfondue ook maken met Kirsch, Emmentaler, Appenzeller en Gruyère. Daarbij onder andere stokbrood, gedroogde worst, gekookte champignons, rauwe rode paprika, bleekselderij, bloemkoolroosjes, tomaatjes en gemalen komijn. Waan je maar even op in die bergen, in die prachtige wereld en ga er van uit dat je er ooit weer zult vertoeven. Door het nieuws kwam ik in New York terecht, ik was er zes jaar geleden met mijn dochter ter afsluiting van mijn borstkankerperiode. Ik dacht aan meatballs. Zij was elf, ik net alle behandelingen achter de rug, we liepen over 5th Avenue, bezochten de bibliotheek, Time Square en Central Park, fietsten door Soho, namen de boot naar Liberty Island en waren onder de indruk bij Ground Zero. We aten een hotdog van een stalletje bij Central Park. En bij Katz Delicatessen kregen we een gigantisch belegd broodje, waar Sally Harry ook iets groots leerde. Mijn dochter was vooral verrukt dat in New York, haar lievelingsstad ook een van haar lievelingsgerechten op de menukaart stond.
Dit gerecht is eigenlijk van mijn man, hij maakte het vroeger speciaal voor de kinderen en ze vonden het heerlijk. Ik heb me voorgenomen deze Corona tijd op een leuke manier door te brengen nu mijn agenda van de kookstudio leeg is. Het leek me een leuk idee elke dag middels gerechten rond te gaan reizen en er over te schrijven, nu we niet verder komen dan de supermarkt. Zo blijven al die plaatsen op de wereld toch nog een beetje binnen handbereik. Ik hoop dat het zal lukken, want ook al ligt het leven stil, het lijkt wel of ik drukker ben dan anders. Op een of andere manier wil ik deze tijd leuk doorkomen en heb ik me voorgenomen elke dag iets te doen waardoor ik me goed zal voelen. Ik ben het tuinhekje aan het schilderen. Het was ook nodig, op een of andere manier was me ontgaan hoe slecht het hek erbij stond. Alsof je tijd moet hebben om sommige dingen die je elke dag ziet echt te zien. Dan ben ik ook nog veel tijd kwijt met wandelen, nu ik niet meer drie keer per week aan aquarobics kan doen, moet ik een andere manieren vinden om na deze Corona-periode niet als een rollade het huis uit te rollen. En dan moet ik ook nog mijn boek over ons huis en mijn rondreis door Andalusië af schrijven. Ik ben inmiddels aan de laatste correctieronde bezig. Dus nu weet je even waar ik, buiten het koken, mee bezig ben. De meatballs kwamen in de Verenigde Staten terecht samen met de immigranten uit Italië. Je zou denken dat de meatballs uit Italië kwamen, maar deze balletjes waren al de de halve wereld rondgereisd. Als Kofta via Perzië en de Arabische wereld naar Griekenland, Noord-Afrika en Spanje. Je komt overal gehaktballen tegen, zelfs onze bitterballen stammen er van af. De Italiaanse immigranten kwamen uit zuiden van Italië, niet het meest rijke gedeelte. Ze maakten de Italiaanse polpettes van het goedkoopste vlees en probeerden ze aantrekkelijker te maken met tomatensaus en spaghetti. Nog een grappig detail, toen de immigranten rijker werden namen de ballen in omvang toe. En dan nog de tomatensaus, het ontvellen van tomaten is een persoonlijke keuze. Hoe sneller de saus wordt gekookt hoe frisser de smaak. Gebruik een brede pan, zodat eventueel extra vocht snel kan verdampen. Als je veel kruiden en groenten gebruikt dan kun je beter de saus wat langer koken zodat smaken meer tijd hebben om samen te gaan. Ik maakte de saus van verste tomaten, eigenlijk is het niet eens zo heel veel extra werk. Meatballs: 500 gram hoh gehakt, combinatie van rund en kalf kan ook 1 knoflookteentje fijngehakt 3 el peterselie fijngehakt 3 el geraspte parmezaanse kaas 1 ui fijngehakt 1 ei losgeklopt 3 el rode wijn 3 el vers wit broodkruim 2 tl tomatenpuree 1 tl zout ½ tl gedroogde oregano zwarte peper Doe de rode wijn in een kommetje en verkruimel hierboven het brood. Doe alle ingrediënten in een kom en kneed alles goed doorelkaar. Maak er kleine golfballetjes van, leg ze in een ovenschaal en bak ze in 10 minuten in een voorverwarmde oven van 180°C bruin. Voor de tomatensaus: 1 kleine ui gesnipperd 1 wortel gesnipperd 1 stengel bleekselderij gesnipperd 2 el peterselie fijngehakt 2 knoflooktenen fijngehakt 1 el fijngehakte basilicum, salie, rozemarijn of oregano 750 gram tomaten, ontveld en van zaden ontdaan of 1 blik gepelde tomaten 2 tl tomatenpuree 1 tl zout zwarte peper Doe een beetje olijfolie in een pan en doe daarin de ui, wortel, bleekselderij en peterselie. Bak op zacht vuur in 15 minuten zachtjes gaar. Voeg dan de knoflooktenen en kruiden toe. Roer goed door. Ontvel ondertussen de tomaten door ze kruislings aan de onderkant in te snijden en 10 seconden in kokend water te leggen. Haal ook de zaden eruit. Voeg de tomaten met de tomatenpuree, zout en peper toe aan het groentenprutje en verdun eventueel met wat water. Laat nog 15-20 minuten zachtjes pruttelen. Serveer de ballen apart of in de tomatensaus. Lekker met spaghetti. Voorlopig kunnen we niet reizen, met gerechten en herinneringen kunnen we die andere wereld toch een stukje dichterbij brengen. Dus dacht ik, ik neem je mee naar Nice, een mondaine badplaats in de Provence en het oudste gerecht dat daar vandaan komt is de pissaladière..
Het is alweer jaren geleden dat ik in Nice was, een blauwe zee, een brede boulevard en prachtige grand hotels. Bovenal herinner ik me prachtige blauwe stoelen op ruime terrassen aan zee. Het zijn herinneringen en al van jaren terug. Herinneringen leiden zo hun eigen levens, kunnen waar zijn of gevormd door de tijd en misschien zijn mijn herinneringen wel samengesteld door een plaatje uit een tijdschrift. Eten helpt mij toch altijd goed te herinneren, ik weet dat er overal pissaladière van de plaat, werd verkocht. Bij de bakker en ook bij straattentjes. Ik at ergens pissaladière maar waar dat weet ik niet meer. Ik kocht er ook een rok en een truitje, en dat zijnde tastbare herinneringen die nog steeds in mijn kledingkast liggen. Voorlopig zullen we Nice niet kunnen bezoeken, met deze pissaladière haal je even naar de Provence in huis Met slechts een paar ingrediënten tover je deze heerlijke uientaart op tafel. Een glaasje wijn erbij, een salade Nicoise en je waant je op een van die blauwe stoelen op de boulevard. Er is niet zo heel veel bekend over deze uientaart. Wel dat er in 1300 zeven pausen resideerden in Avignon. Pope Clement was fransman en wilde als paus niet naar Rome. Dus kwam het hele pauselijke hof over naar het nieuwe paleis in Avignon. De roomse koks moesten aan het werk met franse ingrediënten. Ze pasten hun recepten aan en zo ontstond de pissaladière. Een ander verhaal vertelt dat de pissaladière afkomstig is van pissalat, een gepureerde gezouten vis. Een erfenis afkomstig uit Genua aan het einde van de 15e eeuw. De eerste versie van de pizza werd Piscialandrea genoemd naar Andrea Donia een generaal en zeiler, toen nog gemaakt met tomaat en knoflook. Het recept ging van familie naar familie in Nice en ontstond de huidige pissaladière met uien, ansjovis, zwarte olijven op knapperig brooddeeg. De bodem wordt van een soort brooddeeg gemaakt, je kunt bladerdeeg gebruiken maar dat maakt de pissaladière onnodig vettig en tijd win je er ook niet echt mee. Wat heb je nodig: Voor het deeg: 500 gram bloem 7 gram gist 1 theelepel zout 300 ml lauw water 3 eetlepels olijfolie 1 kilo uien 1 el olijfolie om in te bakken 1 el verse tijm of 1 tl gedroogde tijm 1 el balsamicoazijn 1 el bruine suiker zout en peper 2 blikjes ansjovisfilets de lekkerste zwarte olijven die je kunt vinden Meng voor het deeg alle ingrediënten in de keukenmachine en kneed 5 minuten goed door. Het deeg is goed als het van de kom loslaat. Laat het deeg 45 minuten rijzen. Snijd de uien in halve ringen. Doe een scheutje olijfolie in een pan en bak hierin de uien, voeg de balsamicoazijn en bruine suiker toe en bak in een half uur glazig en zacht. Leg de ansjovisfilets even in een bakje met water zodat er wat zout uittrekt. Verspreid het deeg met de vingers over een over bakplaat. Verdeel de uien over het deeg. Doe er zwarte peper over en de tijmblaadjes. Leg dan de ansjovisfilets in visgraatmotief over de pissaladière. Verdeel de zwarte olijven erover. Heb je lekkere olijfolie? Sprenkel deze er nog wat overheen. Bak de pissaladière in een voorverwarmde oven van 180°C in 30 minuten bruin, knapperig en gaar. Lekker als lunch of een zomerse avond met een heerlijke Salade Nicoise. |
AuteurEten, schrijven en onderweg zijn. Synoniemen voor ontdekken, verbinden en creativiteit. Archieven
April 2020
Categorieën |
|